Zaanse Geluiden
Verslag Donut-economie in de wijk: koken, eten, weten – 12 april 2018

Verslag Donut-economie in de wijk: koken, eten, weten – 12 april 2018

De Gouw is bepaald geen wilde rivier. Een kabbelend water waaraan de wijk Hoornseveld/Peldersveld ligt. En als een soort kloppend hart staat daar een Kleurrijk gebouw. Dat is waar Zaanse Geluiden samen met Urbanos neerstreek om met de bewoners na te denken over hoe je de donut-economie op wijkniveau kunt vormgeven.
Nadenken op een lege maag werkt niet dus eerst hadden we samen een maaltijd. Geen Donuts dit keer, maar wraps. Voor iedereen één vegetarische en één met rundvlees. Die keuze was niet zomaar gedaan. Camila Pinzon en Pepijn Verpalen van Urbanos hadden een aantal workshops voorbereidt en de eerste was bedoeld om mensen bewust te maken waar eten vandaan komt, en wat er met de resten gebeurd. Wat krijg je als wijk zoal op je bordje?

Is wat je eet of koopt van invloed op je ecologische voetafdruk?

Heel simpel gezegd is jouw ecologische voetafdruk de hoeveelheid oppervlak aarde dat nodig is om een product te produceren en dat op jouw bordje of in jouw huis te krijgen. Maakt het verschil als je ingeblikte zwarte bonen uit Canada haalt of bruine bonen in een potje uit Zeeland. Hoeveel impact heeft wel, geen of weinig vlees eten? Oftewel: eet je heel veel aarde op, of juist een klein beetje?

In drie groepen bogen wij ons hierover en elke groep kwam met dezelfde conclusie. Vlees eten zorgt zeker voor de helft meer voetafdruk. Daarbij is eten met meer groente een stuk goedkoper en dat is ook een interessant gegeven. En wat je van ver haalt is lekker maar maakt meteen die voetafdruk een stuk groter. Als de hele wereldbevolking zich zou gedragen als de Nederlanders zouden we al snel 3 1/2 keer de Aarde aan het opeten zijn.

Zeker een te grote vleesconsumptie is de boosdoener, en daarom oppert iemand in de zaal dat we massaal moeten overschakelen op insecten. Een ander hoopt dat nieuwe methodes zullen zorgen voor een betere balans. Maar kun je nu als wijk hier ook het verschil maken? Maar we moeten het dan ook hebben over verpakkingen en de restjes. Omdat Kleurrijk niet kan beschikken over een groene bak wordt in ieder geval besloten dat Pia van Kleef, vanuit de gemeente betrokken bij Zaanse Geluiden, de etensresten mee neemt naar haar composthoop. Pia’s hoop wordt daardoor de running gag van de avond, maar uiteindelijk vertrekt zij op het eind inderdaad met de zak etensresten in haar hand. Dat wordt weer voeding voor haar tuin.

 

Wat komt er de wijk in en wat gaat er uit?

Wat gebeurt er met het verpakkingsmateriaal? Wat gebeurt er met al het afval? Ze hebben hier al de EHBO-app, eerste hulp bij opruimen, maar daarmee lijkt het probleem van rondzwervend huisafval in deze buurt alleen maar meer in kaart te worden gebracht. Maar is dat dan misschien het begin van een circulaire wijk?

Door circulaire economie toe te passen kun je binnen de donut blijven. Zoals ons kleine marktonderzoek van woensdag 11 april duidelijk heeft gemaakt is het idee van de Donut nog voor veel mensen onbekend. Maar na kleine verduidelijking snapt eigenlijk iedereen het idee wel. Toch blijft het een uitdaging om mensen, zoals bijvoorbeeld hier in Kleurrijk, op zo eenvoudig mogelijke wijze duidelijk te maken wat er mee bedoeld wordt.

Ik hoorde hier dan ook de meest basale uitleg over wat donuteconomie inhoudt; we kunnen niet meer eten dan er aarde is (denk aan de voetafdruk), maar moeten wel zorgen dat iedereen genoeg te eten heeft. De donut in een notendop. Het idee van de Donut wordt hier goed begrepen, en dat komt niet alleen omdat wijkmanager Samuel Kaspers het begrip al de hele middag loopt te roepen.

Maar als circulaire processen één van de manieren is die ons gaat helpen binnen de donut te blijven, hoe werkt dat dan op wijkniveau?

Daarvoor moet je eerst inzicht krijgen in de goederenstroom door de wijk.  Wat komt er aan goederen jouw huis binnen en hoe gaat dat wat overblijft er weer uit. Nadat we daarmee aan de gang zijn gegaan hebben we een korte pauze met koffie, thee en chocolade van Chocolatemakers. De fairtrade cacaobonen worden met een zeilschip uit Congo gehaald, de bonen worden vervolgens met een colonne bakfietsen vervoerd (en later worden de repen op dezelfde manier gedistribueerd, zelfs naar Duitsland), het product wordt in papier verpakt en de snippers die over blijven worden (wederom per fiets) naar een bedrijf gebracht die daar weer thee van maakt. Een lekker voorbeeld van hoe je de impact van een product op de aarde kunt minimaliseren. Oftewel; het profiel van een fiets is een stuk smaller dan een voetafdruk.

Voor je kunt kijken wat je met circulariteit kunt doen, moet je eigenlijk weten wat de sterke punten zijn van de wijk en wat de talenten zijn van de mensen die er in wonen. Dus vragen we eerst de mensen wat ze zo fijn aan hun wijk vinden. Wat ze noemen is met name dat de wijk groen en ruim is, dat de voorzieningen goed zijn, men dicht bij alles is en dat deze zowel multicultureel (niet voor niets Kleurrijk) is als dat er veel saamhorigheid is. Kleurrijk als plek komt ook veelvuldig voor. Dit is ook bij uitstek een plek waar die saamhorigheid zichtbaar wordt. En de humor ligt hier op straat, wat ook niet onbelangrijk is.

Morgen beginnen

We gaan dan ook meteen vrolijk door met het in kaart brengen van de talenten van de aanwezigen, want de talenten van mensen maken de wijk. Ook hiervan is Kleurrijk een, euh… kleurrijk voorbeeld. En kun je die talenten koppelen aan die goederenstroom, want als je die bij elkaar optelt krijg je misschien wel die circulaire wijk. Het gaat hierbij in wezen om nieuwe kansen voor zowel spullen, mensen als ruimte die anders niet gebruikt worden. De vraag hierbij is ook: waar kun je morgen al mee beginnen?

Er ontstaan gaandeweg drie ideeën waar buurtbewoners zich voor willen inzetten. Zo gaan Kleurrijk en de Meerpaal onder de noemer Meer Kleur samen kijken of spullen uit de afvalstroom kunnen filteren waarvan kunstzinnige buurtbewoners dingen kunnen maken. Ook gaan ze kijken hoe ze elkaar kunnen versterken en of ze eventueel samen het wijkonderhoud beter kunnen regelen. Een nieuwe kans voor spullen.

Een andere bewoner wil een gameschool opstarten. De saamhorigheid van de wijk komt meteen tot uiting omdat een andere buurtbewoner meteen aanbiedt een paar dingen te gaan regelen waar hij zelf moeite mee heeft. Eigenlijk een nieuwe kans voor mensen.

En ruimte krijgt ook een nieuwe kans. Voor een braakliggend terrein willen ze van hout uit de wijk picknicktafels gaan bouwen en met snippers paden aanleggen. Een leuke waterpartij of een kinderspeelplaats zou kunnen komen. Als iemand aangeeft dat de grond te drassig daarvoor is bedenkt men spontaan dat het ook een waterspeelplaats kan worden. Iemand had inderdaad genoemd dat de oplossingsgerichtheid van mensen ook zo fijn was aan deze wijk.  Er wordt ook gedacht aan dolers of donuts, of misschien toch lijnen maken die geïnspireerd zijn op de gekleurde lijnen zoals ze in sporthal de Vang te zien waren, die de verschillende speelvelden duidelijk maken. Er is zelfs iemand die de lijnen trekt op het veld van de Zilvermeeuwen, en die wil dat talent hier zeker voor inzetten.

Drie ideeën die meteen voor een circulaire wijk zullen zorgen, maar het moet ergens beginnen en het begint uiteindelijk altijd bij mensen die kansen zien, voor elkaar, voor spullen en voor ruimte.  Deze wijk is daar een kleurrijk voorbeeld van.

 

Verslag Een nieuwe economie? Een Donuteconomie! – 9 april 2018

Verslag Social Impact Bond voor ’t Lokaal – 11 april 2018

Verslag Krijg je er als bedrijventerrein opeens bewoners bij! – 13 april 2018

Economische ontwikkeling