Zaanse Geluiden
Verslag Een nieuwe economie? Een Donuteconomie! – 9 april 2018

Verslag Een nieuwe economie? Een Donuteconomie! – 9 april 2018

Een nieuwe kijk op de economie verovert de laatste tijd steeds meer aanhangers: de Donut-economie van de Britse econoom Kate Raworth. Wat is er anders en vernieuwend aan deze theorie? Wat betekent het op lokaal niveau?
Om daar meer inzicht in te krijgen hadden wij Prof. Dr. Ewald Engelen (UvA) – bekend van oa zijn columns in de Groene Amsterdammer – uitgenodigd om ons bij te spijkeren. In twee videoverslagen kun je de lezing en de discussie van de avond bekijken:

Ewald is waarschijnlijk één van de eerste Nederlanders die het boek dat Kate Raworth hierover heeft geschreven heeft gelezen. Hij  kreeg de kans de schrijfster te spreken. Hij was toen toevallig al in Engeland dus de ecologische afdruk van dat interview bleef waarschijnlijk binnen de donut.

Ewald schreef vervolgens een artikel in de Groene Amsterdammer, wat enorm heeft bijgedragen aan de bekendheid van haar gedachtegoed. Natuurlijk hielp een uitzending van Tegenlicht hierover ook mee. Maar de belangrijkste redenen voor die groeiende belangstelling is waarschijnlijk omdat de tijd er rijp voor is. De oude beelden van wat economie zou moeten zijn voldoen niet meer.

Ons kompas voor de eenentwintigste eeuw

Nadat onze moderator Rob Smits Ewald had aangekondigd, herinnerde deze, als een lieftallige assistente, hem er weer aan dat we als een soort bruggetje eerst een kort filmpje van Kate Raworth zouden laten zien. In dit filmpje waarin Kate Raworth aan medewerkers van een duurzame Nederlandse bank (we noemen geen namen) kort en bondig uitleg geeft, noemt ze het donutmodel  ons kompas van (het begin van ) de 21ste eeuw. Ons selfie, onze challenge en uiteindelijk ook de meetlat waartegen toekomstige generaties ons zullen houden.

Als er sprake is van een kompas, moet er ook een naald zijn. En die wijst twee kanten uit. Er is een ecologische bovengrens waarboven je niet kunt groeien. We leven op een bol met voornamelijk eindige hulpstoffen, op een planeet wiens herstellend vermogen een grens heeft. En er is een sociale ondergrens waarbij je moet zorgen dat mensen daar niet onder komen. Huisvesting, eerste levensbehoeften, onderwijs, zorg, zingeving, noem maar op.  Maak van beide grenzen cirkels en je krijgt de donut.

Een duidelijke kaart graag

Maar (weer een bruggetje) waarom zijn  deze, ogenschijnlijk logische uitgangspunten niet allang vanzelfsprekend voor de inrichting van de economie? Om dat uit te leggen hebben we gelukkig met Ewald een echte financiële geograaf in ons midden. Volgens eigen zeggen één van de weinige op deze aardkloot die zich bezig houdt met de aardrijkskunde van het geld. Hij legt uit dat je op twee manieren naar economie kunt kijken; Economie als discipline en economie als een groot ding buiten ons. Dat laatste is van een immense complexiteit. Om die te begrijpen moet je de theorie erover veel simpeler maken. Zo maak je als het ware een landkaart die je kunt opvouwen en in je vestzak/kontzak kunt stoppen. Een gids, een kompas dus.

Een nieuwe bril

Alleen, de dominantie theorieën van de twintigste eeuw (op hun beurt weer gebaseerd op die van de negentiende eeuw ) produceren een verkeerd beeld van dat grote ding, genaamd economie. We hebben dus een andere bril nodig om door te kijken. En dat is natuurlijk een mooi bruggetje naar het feit dat op de tafels knipplaten van donutbrillen te vinden waren waar mensen lekker creatief konden zijn.

De huidige landkaart of bril word  gevormd door hele oude ideeën over de economie en de mens daarin. Zo worden al onze sociale vaardigheden zoals zorg voor elkaar afgedaan als onverklaarbaar gedrag. De mens is een asociaal berekend wezen, alleen uit op eigen genot. Zelfs nu, nadat Kate in haar boek (ze heeft het allemaal netjes tussen één kaft gekregen, aldus Ewald) al die oude plaatjes tentoonstelt en er nieuwe voor in de plaats zet, reageert een vooraanstaande econoom doodleuk met: ‘Allemaal leuk en aardig, maar de mens is nu eenmaal een egoïstisch wezen, dus dat gaat allemaal niet werken.’ (Serieus!)

Oude plaatjes

Het grote probleem is dat de meeste mensen geen andere beelden hebben van economie dan de plaatjes uit middelbare schoolboekjes. Op zich geen probleem als de heren economen (over het algemeen inderdaad een mannelijke aangelegenheid, er was ook een vrouw voor nodig om het aan de kaak te stellen) maar beter zouden weten. Of beleidmakers en regeerders. Maar zelfs Rutte haalt zijn kennis uit diezelfde middelbare schoolboekjes.

Dat brengt ons meteen bij één van de hardnekkige beelden over een gezonde economische ontwikkeling; het bruto binnenlands product. Als dat maar groeit gaat het goed met Nederland. Maar dit getal (het wordt inderdaad uitgedrukt in euro’s)  geeft alleen maar een smal beeld van welvaartsgroei. Het houdt geen rekening met negatieve effecten van de groei en het wordt voornamelijk bepaald door producten en diensten waarover BTW word betaald. Van al het andere, zoals zorg voor elkaar, vrijwilligerswerk, kortom, al dat onverklaarbaar gedrag, wordt een ruwe schatting gemaakt terwijl dat toch de kurk is waar onze samenleving op drijft.

De indicatoren die we gebruiken om de groei van welvaart te bepalen zijn helemaal niet zo neutraal als we denken, er spreekt al een bepaalde waardering uit van wat je wel en niet belangrijk vindt. En sterker nog: de negatieve effecten van de groei zorgen weer voor toename van het BBP. Als voorbeeld: om de schade, ontstaan door milieuverontreiniging, op te lossen worden bedrijven ingeschakeld die voor hun diensten weer BTW rekenen. In veel gevallen doen de negatieve effecten van groei het BBP juist toenemen.

Huishoudkunde

Om een nieuwe blik te ontwikkelen heb je niet alleen een nieuwe bril nodig, maar moet je ook begrijpen wat het woord economie eigenlijk betekent. Oikos is huishouden (letterlijk; huis)  en nomos zijn de wetten. Economie is de huishoudkunde van de samenleving, zowel in het klein als het groot. En het gaat erom dat we dat huishouden duurzaam kunnen reproduceren. Met inachtneming van het draagvermogen van de aarde en de samenleving (de mensen). En daarvoor hebben wij die nieuwe bril nodig. Om vanuit het heden naar de toekomst te kunnen kijken.

Zelfportret

Daar zien we dan niet langer de Homo Economicus, de berekende mens, met als hart een calculator, met soms hier en daar wat onverklaarbaar (want sociaal) gedrag. Nee, daar zien wij een nieuw zelfportret.  En dat is niet een selfie van één persoon. Nee, dat is een groepsfoto waar iedereen op staat. En ze zien er allemaal even welvarend uit. Sommige hebben een bril op, in de vorm van een donut en prachtig versierd. Maar het allermooiste is: die foto kunnen wij nu al nemen.

Voetafdruk als portret
Een van de beelden die volgens Kate Raworth moeten veranderen gaat over ons zelfbeeld. We moeten van de homo economicus die alleen voor zijn eigen gewin gaat naar de mens als onderdeel van een geheel. Van een mens die wil zorgen dat we met elkaar binnen de donut kunnen blijven. We vroegen de mensen in hoeverre zij zich herkende in dit nieuwe beeld. De meeste mensen doen dat wel tot op zekere hoogte. Tweevijfde vond zichzelf voor 80 procent of meer een donut-mens. Een vijfde vond zichzelf toch nog voor 80 procent op meer een homo economicus. De rest schatte zichzelf ergens in het midden van beide types.Niemand beschouwde zich voor de volle honderd procent een homo economicus en er was er één die zichzelf helemaal een groepmens vond, maar dat was omdat volgens hem het vooral een kwestie is van levenshouding. Opvallend was dat veel mensen het idee van binnen de donut blijven vooral vertaalden als een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk.

Hoe loopt het?
Op de vraag hoe de verhouding zou liggen in de Zaanse samenleving was het beeld toch minder positief. Twee derde vonden dat de meeste inwoners van Zaanstad voor 80 procent of meer nog in het oude model pasten. De rest vond dat de mensen een beetje van beide waren, terwijl eigenlijk niemand de Zaankanters zag als bezig met binnen de donut te blijven. Velen vonden dat er nog veel moest worden gedaan aan de bewustwording van mensen op dit gebied. Een klein aantal wilde zich ook daarvoor gaan inzetten.

De eerste stap die je morgen zet
We  vroegen de mensen wat ze zelf wilden doen om binnen de donut te blijven. Naast de al genoemde inzet om mensen bewust te maken hadden hier ook veel mensen met name dingen genoemd om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Een klein aantal wilde zich eerst meer verdiepen in de materie. Een pensionado wilde een groot gedeelte van zijn tijd gaan besteden ten dienste van de gemeenschap. Het meest verrassende actieplan was om mee te doen met de buurtcamping die deze zomer in Zaanstad gaat plaatsvinden.

En voorwaarts…
Over het algemeen merken we dat het gedachtegoed van de donut-economie een duidelijk en inspirerend model is om te begrijpen waar we als samenleving voor moeten gaan zorgen. Het is nog onduidelijk voor veel mensen welke invloed zij zelf hier op kunnen hebben. Het besef dat economie een complex gebeuren is waar alles met elkaar samenhangt en dat het vorm krijgt door de keuzes die wij maken en de waarde die wij toekennen aan zaken als welzijn, gezondheid en geluk is zeker in de Zaanstreek aanwezig. De keuzes die wij met elkaar moeten maken gaan steeds meer en meer richting welzijn voor iedereen en een duurzame vorm van welvaart.

Wie door wil praten over de Donuteconomie kan op 15 september 2018 terecht op de Donut-D-Day!

 

 

 

 

 

Verslag Social Impact Bond voor ’t Lokaal – 11 april 2018

Verslag Donut-economie in de wijk: koken, eten, weten – 12 april 2018

Verslag Krijg je er als bedrijventerrein opeens bewoners bij! – 13 april 2018

Economische ontwikkeling